maandag 19 december 2011

Fouten en knutselen: de derde bijeenkomst van de Kolibrie-training voor hoogbegaafde kinderen

Wat was het weer leuk vrijdag met de jongens! Deze keer gingen we het hebben over de rol van fouten in je leven. Is het leuk om fouten te maken? Is het ergens goed voor? Ik heb ze verteld over ‘mindset’, dat je leren en intelligentie op verschillende manieren kunt benaderen. Als je denkt dat slim-zijn betekent dat alles je makkelijk af moet gaan en dat daarbij hoort dat je nooit fouten maakt, dan ga je situaties waarin je kunt falen vermijden. We verkennen samen wie er nou uiteindelijk verder komt: iemand die dingen niet doet omdat hij geen fouten wil maken, of een ander die wel dingen aanpakt en dus fouten maakt. Daar zijn ze het over eens: van die fouten kun je leren en beter worden.
Zijn fouten leuk? Soms wel, soms moet je er om lachen. Ze jutten elkaar op met voorbeelden die ze zelf hebben meegemaakt, de voorbeelden worden al fantastischer en ze hebben de grootste lol.
Je kunt je hele leven lang nog leren van je fouten of vergissingen, maar het is wel fijn als je in de gaten hebt dat je bepaalde dingen ook anders of beter kunt aanpakken. Het is dan handig als erover gepraat wordt, door de juf tegen jou, maar soms ook andersom, door jou tegen de juf. We kunnen niet elkaars gedachten lezen. Als je iets niet snapt, of als de juf iets twee keer op dezelfde manier uitlegt zodat je het nog steeds niet snapt, kan het dat ze dat niet in de gaten heeft en is het handig om het haar te vertellen. Ik schrijf juf, want die hebben ze meestal, maar hetzelfde geldt natuurlijk voor een meester.
Daarna gaan ze hun personage maken. Twee jongens gaan kleien, één heeft er bedacht dat hij van een ballon een hoofd wil maken en kwam goed voorbereid met een ballon hiernaartoe, en de laatste gaat driedimensionaal knippen en plakken.
Ze gaan lekker aan de slag en kletsen onderwijl een beetje met elkaar, het gaat ook over wat opa’s voor beroep hadden. Eentje was er timmerman, ook met gereedschap in de weer natuurlijk.
De kleiers zijn eerst even lekker bezig met ‘manipuleren van het materiaal’ zoals dat zo mooi heet. De anderen hebben een plan dat ze meteen gaan uitvoeren. Het is leuk om te zien dat ze ideeën hebben en dat ze opgaan in de uitvoering ervan.
Het wordt een resultaat om trots op te zijn, voor alle vier: een reus van een basketballer met basketbalnet om in te scoren, een man met vleugels die over een gebouw met 8 verdiepingen kan springen, een hoofd dat je voor je eigen hoofd kunt houden zodat je onherkenbaar bent, en een klein secuur in elkaar gezet poppetje met vleugels en opvallend mooie uitstaande oortjes.
Ze hebben hard gewerkt. Tevreden gaan ze met hun gemaakte trofee weer naar huis.

Volgende keer gaan ons verdiepen in de vraag waar zij zich graag in zouden ontwikkelen. Welke dingen vinden ze leuk, welke dromen zouden leuk zijn om waar te maken? En hoe zou de leerweg van een van die vaardigheden eruit kunnen zien, welke fouten horen daarbij. Als je ze verwacht mogen ze ook komen, ze horen erbij. Hun personages konden ook niet alles in één keer, dat hadden we al ontdekt.



dinsdag 13 december 2011

Tweede bijeenkomst Kolibrie-KinderCoaching: over leren met plezier, hersenen en personages

Ben je anders als je hoogbegaafd bent? Ja, en dan is het fijn om met anderen samen te zijn die dat herkennen. Dat zag ik tijdens de eerste bijeenkomst bij  Kolibrie KinderCoaching  gebeuren.
En dat begreep ik uit de enthousiaste reacties van ouders over het positieve effect op hun hoogbegaafde kinderen.
Anders is niet verkeerd, anders is alleen anders.
Ze weten nu wat hen te wachten staat, enthousiast komen ze binnen. We bekijken de mindmaps die ze gemaakt hebben. Thuis hebben ze aanvullingen gemaakt, ze vonden het leuk om er nog verder over na te denken. Wat me plezier doet: een van hen heeft een tak gemaakt voor wat hij haat: taal en speling, en hij heeft speling expres fout geschreven zegt hij nadrukkelijk en grijnzend.
Voor mij was dat aanleiding om een stukje voor te lezen dat ik eerder die dag had overgeschreven uit Querido’s poëziespektakel 2, getiteld  Ik wil een naam van chocola.
Naast  prachtig geïllustreerde gedichten staat daar van verschillende schrijvers een ‘recept voor een gedicht’. Jef Aerts schrijft daar:
“Niet teveel nadenken over schrijffouten. Durf slecht te schrijven. Ga met een schriftje in de zon zitten en laat alles borrelen.” Dat vinden ze leuk want deze man staat toch maar in een boek nu!

Vervolgens praten we over hersenen, hoe die werken. Dit soort onderwerpen begin ik altijd met de vraag of ze er zelf al iets over weten. Zo komt even de taakverdeling tussen linker- en rechterhelft langs. Ze zijn snel klaar met de vraag waar je je hersens bij nodig hebt: alles. Ademen, bewegen, alles. We bekijken een plaatje met een paar neuronen die contact maken. Hoeveel zou je er daarvan hebben? De laagste gok is 10, de hoogste een miljoen. Ze zijn onder de indruk als ik zeg dat je er 60 tot 100 miljard hebt.
Mijn bedoeling is om duidelijk te maken wat er gebeurt als je iets leert of iets nieuws doet, dat er dan nieuwe verbindingen in je hersens gemaakt worden. Ondersteund door plaatjes die beginnen met weinig belopen paadjes en eindigen met ingewikkelde asfaltconstructies van wegen die langs en onder elkaar door lopen, begrijpen ze dat hoe vaker een paadje gebruikt wordt, hoe steviger en sterker dat wordt. Zo werkt het ook met hersenverbindingen: hoe vaker je iets oefent of doet, des te sterker de verbindingen en des te beter en makkelijker je iets kunt.

De jongens gaan nadenken over de volgende vraag:

Als we in een andere wereld zouden leven, wie of wat zou jij dan willen zijn?

Dit wordt het ‘personage’ waar we het vorige keer over hebben gehad. Ze nemen er even de tijd voor. Langzaamaan komen er wat dingen op papier, via een mindmap, via gestructureerde rijtjes, via een tekening die later aangevuld wordt, ze zijn geconcentreerd aan het werk en als vanzelf ontstaat in hun hoofd een verhaal om deze figuur. Ze vinden het fijn dat ze vrij zijn in de manier waarop ze het uitwerken, ze mogen hun impulsen volgen.
Het is de bedoeling dat ze bedenken hoe hun personage eruitziet, maar ook wat hij goed kan. Als ze dat bepaald hebben gaan ze een leerweg voor die vaardigheid bedenken. Dus iemand die uiteindelijk over daken kan springen, zal eerst gewoon in de lucht springen, en dan steeds ietsje hoger en moeilijker, en soms gaat het nog weleens mis. Dat er dingen nog niet meteen goed lukken schrijven we ook in het schema.

Bij de start van een leerweg is de verbinding nog niet zo sterk, aan het eind zijn je hersens optimaal gemaakt om die vaardigheid goed te kunnen. Je kunt zelf kiezen om ergens voor te gaan oefenen. Je bent dus zelf de baas over hoe je  hersenen zich ontwikkelen en waar je steeds beter van wordt.
Er is wel iets dat het leren en maken van verbindingen vergemakkelijkt, nl. motivatie: als je het leuk vindt wat je leert gaat leren veel makkelijker. En motivatie voel je eerder bij taken die bij je passen. Leren doe je als je dingen doet die je nog net niet kunt.
Het vak ‘nieuwsbegrip’ wordt erbij gehaald. De drie oudsten krijgen dat vak allemaal. Het is een beetje saai vinden ze, of in ieder geval kan het beter.  Ik vraag of ze het leuk zouden vinden om aanvullende vragen zelf te bedenken. Daar leven ze van op, ja, dat zou hen wel leuk lijken. (Ideetje voor de juf: deze kinderen zelf aan het werk zetten.  Zij steken er wat van op enmisschien is het wel iets dat voor veel kinderen interessant is.)

We eindigen met plannen maken voor volgende week, dan gaan we de personages maken. Ze hebben goede plannen, er gaat met klei, gekleurd papier, schmink en nog meer gewerkt worden.
Ik ben weer heel benieuwd wat volgende week oplevert. Zij hebben er zin in, maar ik ook!


woensdag 7 december 2011

Eerste bijeenkomst van Kolibrie trainingstraject

Vrijdag 2 december was het zover: vier jongens, hoogbegaafd, 7, 8,10 en 11 jaar, kwamen samen bij mij op het dak. In de dakopbouw gingen wij verkennen wie ze zijn en wat hoogbegaafdheid betekent voor hen. Als je hoogbegaafd bent ben je anders. Daardoor heb je niet op alle vlakken aansluiting met de kinderen om je heen. Dit was de eerste bijeenkomst voor een training die ik heb opgezet voor hoogbegaafde kinderen die niet (durven) laten zien wat erin zit en last hebben van faalangst. Voor hen was het belangrijk om te ontdekken dat ze niet alleen zijn in hun 'anders zijn'. Voor mij was het genieten om te zien wat er gebeurde.
Hieronder kunt u lezen hoe de bijeenkomst verliep:


De vier jongens zijn gaan zitten en ontdekken dat ze toevallig precies zo zitten in de volgorde waarin  ik hun namen heb opgeschreven op het ‘bord’. We bespreken wat ze al weten van elkaar, het blijkt dat ze alle vier hetzelfde instrument bespelen.
Vraag: weten jullie wat we gaan doen? Een van hen herinnert zich iets over een personage. De anderen weten niet wat dat is, we praten erover met wat voorbeelden, een van de voorbeelden is een onzichtbaar personage dat… Oh nee, het mag geen onzichtbaar personage zijn want we gaan hem ook maken en iets wat onzichtbaar is zie je niet. Dat is nu het leuke van met hoogbegaafde kinderen werken: ze bedenken allemaal manieren waarop je toch op de een of andere manier zichtbaar kan maken dat er toch iemand is (platte plek in het gras, silhouet, dat je een stuk van een boom niet ziet omdat er toch iemand voor staat, ze brachten elkaar op ideeën).
We hebben het over leren gehad en slim zijn, goed zijn in iets. Waarin kan je slim zijn? Eerst kwamen alleen de schoolvakken langs, maar na een tijdje filosoferen kwamen we erop uit dat je bijna in alles slim kan zijn. Het moeten wel dingen zijn waar je iets voor moet doen, niet dingen die je gewoon overkomen of bepaalde uitzonderlijke lichaamseigenschappen die je hebt.
Bij het samen maken van een mindmap om te kijken wat dat is en hoe dat werkt, kwam er een uitgebreide tak die ging over hoogbegaafdheid.
Ze herkenden veel bij elkaar. Dat iets uitgelegd wordt en dat je het dan meteen snapt, dat het moeilijk is om te begrijpen dat dat voor anderen niet zo is. Opvallend: ze zijn het erover eens dat de kinderen die het moeilijk vinden gewoon niet goed opletten. Als het uitgelegd wordt zitten deze kinderen volgens hen te kletsen.
In deze eerste gezamenlijke verkenning van dit onderwerp komen vooral dingen langs die ze niet zo leuk vinden (zie mindmap). Het element beelddenken kwam later van mij. Ze kennen de term niet maar vinden allemaal na uitleg dat ze dat zijn. Ik vertel dat een heleboel mensen dus niet in plaatjes denken, dat is een raar idee.
Ze gaan een mindmap van zichzelf maken. Iedereen pakt het op zijn eigen manier aan. De een maakt hem eerst in potlood zodat hij nog kan corrigeren, besteedt veel aandacht aan de vorm van de takken, de ander voegt al plaatjes toe. Ik had de tijd verkeerd ingeschat vanwege klok die stil stond. Ze moeten ermee stoppen omdat ik de School Vragen Lijst nog wil afnemen. Ze nemen allemaal het tekenblok mee naar huis, als ze willen kunnen ze er zelf mee verder.
Eerste indruk naar aanleiding van de School VragenLijst: ze vullen in dat ze het niet slecht hebben op school, dat de juffen hen helpen. Ze vullen wel allemaal in dat ze vinden dat de juf soms veel te streng is. Ik wil dat graag een beetje uitvragen, heb het idee dat dat ook verbonden zal zijn aan hun behoefte aan autonomie.
Het was een goede start voor deze hoogbegaafde kinderen en Kolibrie-KinderCoaching


Hieronder de mindmap, als je klikt komt hij groot in beeld.