Vrijdagmiddagmiddag, het ‘T-team’ meldt zich en stommelt de drie trappen op naar boven. Door de vakantie hebben we elkaar een tijdje niet gezien. We kletsen wat over wat ze gedaan hebben in de vakantie en of ze weer zin hadden om naar school te gaan. Een beetje. Eén van de oudste jongens geeft aan dat het wel weer fijn was om dingen te gaan doen. De anderen noemen vooral buitenspelen.
We nemen even door wat we vorige keer besproken hadden: Mindset, hoe zat dat ook al weer? Oh ja, als je dacht dat je slim moest zijn en geen fouten mocht maken zat je eigenlijk gevangen, kon je niet vrij bewegen. En hoe zat het met fouten? Die zijn belangrijk omdat ‘wij’ vaak een hekel hebben aan fouten. Het valt me op dat hij ‘wij’ zegt. Ik vraag bij de anderen na hoe dat bij hen zit. Ze beamen allemaal dat ze niet van fouten houden. Ik ook niet, zo moet ik bekennen als ze het vragen, maar dat gevangenisgevoel is niet fijn en het is goed om te leren dat het anders kan.
Ze mogen op een eigenschappenlijst invullen wat ze goed kunnen en wat ze nog niet kunnen. Ze hebben allemaal maar een paar dingen waar ze niet zo goed in zijn.
We spelen het spel ‘Opkikker’. Het is een spel waarin ieder kind een bakje krijgt met gedachtenkaartjes waar je van in de put raakt. De uitdaging is om de gedachte te veranderen zodat hij geen stress oplevert en je je sterk blijft voelen. Ik was benieuw hoe dit zou vallen, maar ze vinden het leuk en doen actief mee bij ieder kaartje.
Ik vertel dat er groeiwoorden bestaan en gevangeniswoorden. De groeiwoorden heb ik opgeschreven. Ze kunnen helpen om in de wensboom wensen te schrijven voor waar je in wilt groeien. Met houtskool gaan ze aan de slag om een winterboom (met zichtbare takken) te tekenen, ieder op zijn eigen manier. Iemand roept “hij is niet goed, hij is niet mooi!” Het blijkt te gaan om een klein detail. Dit is een uitdaging, ik doe mijn best er een groeigedachte voor te laten formuleren. Er zit echter één brok onverzettelijkheid tegenover me en ik ga overstag: hij mag op de achterkant een nieuwe boom tekenen met de gedachte dat als er een lijn komt te staan die hem niet bevalt hij er gewoon overheen moet tekenen hoe hij het wel wil. Het leidt ertoe dat de oudste hem demonstreert hoe dat werkt met houtskool, leuk.
Ik merk dat het woord ‘nog’ toevoegen in zinnen waarin je zegt dat je iets niet kan, nog niet kan dus, actief wordt toegepast, fijn!
Er is serieus nagedacht over waar ze in willen groeien. Ze schrijven dat niet in de takken zoals ik gedacht had, maar bij de wortels onder de grond, want als je niets doet blijven die verlangens dus vast in de grond, in het ‘gevangenis’-gebied. In de takken moet juist komen te staan waar je al in gegroeid bent, waar je al goed in bent. Leve de eigen inbreng!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten